wanneer dat vingertje ontbreekt

‘over waarnemen zonder te oordelen

zonder het vingertje

‘Waarnemen zonder te oordelen is de hoogste vorm van intelligentie’. Toen ik dit citaat van Krishnamurti onlangs nog eens las kwam dat binnen.  Omdat ik dat ook zo aanvoel. En omdat ik ermee worstel. Niet-oordelen lijkt een haast niet te volbrengen missie, een onbereikbare droom.

In mijn rol van coach lukt het me aardig. Mijn mindset is dan te weten komen hoe de dingen voor de klant precies zijn, hoe deze zijn wereld beleeft. En dat is wat het is. Mijn aandacht is volledig bij de klant. Ik probeer te luisteren, te kijken en te voelen met mijn grootste nieuwsgierigheid en verwondering. Een eigen mening zou op dat moment een vertroebelend obstakel zijn.

Vooral bij jonge mensen valt het me op hoe bevrijdend het is te kunnen zeggen wat hen dwars zit, zonder dat daar een mening over wordt gevormd. Zonder dat er direct een (wellicht goedbedoelde) oplossing of een vermanend vingertje op volgt. Ze voelen zich voor vol aangezien, erkend en in hun waarde gelaten.

Niet-oordelen geeft me de kans een diep respect voor de ander te betuigen, met oprechte eerbied voor diens beleving en opvattingen. Op het hoogste niveau is niet-oordelen een uiting van liefde. Maar vaak, haast onvermijdelijk, zit het oordeel al in de waarneming zelf. Wordt deze ogenblikkelijk en onbewust gefilterd door het geheel van mijn overtuigingen, waardenpatronen, ervaringen, blinde vlekken, gedachten en emoties. Nog voor ik de tijd heb me er bewust van te zijn heb ik reeds een mening gevormd. Hoe kan ik dan in hemelsnaam uit dat oordeel blijven?

Een sleutel ligt in me er bewust van te zijn dàt ik oordeel, mezelf daar keer op keer op af te toetsen en te betrappen. Zonder oordeel welteverstaan 🙂 . Even een ‘witje’ inlassen, afstand nemen, even diep ademhalen kan al voldoende zijn om dat te doen. Dit bewust aftoetsen weerspiegelt mijn onbewuste overtuigingen, beperkende concepten en gedachten. Dat is niet steeds fijn maar het opent de weg naar meer vrijheid, meer keuze en een groeiend bewustzijn.

Het allermoeilijkste blijft nog steeds het oordeel naar mezelf toe. Wellicht ben ik daar niet de enige in. Ik hoor psychiater Edel Maex tijdens de opleiding Mindfulness nog zeggen: ‘we slagen er vaak wel in om die mildheid te betuigen naar anderen maar niet naar die ene. En dan vraag je je af: wat heeft die ene toch misdaan?’ Laat dat net de kern zijn van het niet-oordelen: uiteindelijk is het oordeel over een ander steeds een oordeel over mezelf. Zolang ik over mezelf oordeel zal ik dat ook over anderen doen. Nog werk aan de winkel.

Verwondering is mijn tegengif. Dat en nieuwsgierigheid. Onbevangen trachten waar te nemen als een kind dat voor het eerst de wereld aanschouwt. Zonder referentiekader buiten datgene wat het ziet, hoort, voelt, ruikt en proeft. En hoe onbereikbaar dat ook lijkt, de groei zit ‘m zoals steeds niet in het bereiken van het doel maar in het bewandelen van het pad dat er naar leidt.

Steeds onderweg, steeds halverwege.